Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. De stad van 6,5 miljoen inwoners, 4 miljoen motorbikes, 150.000expats en 27 graden (vandaag dan). Voor toeristen is Hanoi een heerlijke stad; het gros van de bezienswaardigheden is gelegen op loopafstand van het Hoan Kiem Lake. Dit meer vormt het bruisende centrum van de stad en vanaf 6 uur ’s ochtends tot en met 10 uur ’s avonds is het hier een onafgebroken drukte van jewelste en lijkt het net alsof al die 4 miljoen motorbikes hier de hele dag rondjes om het meer rijden.
De meeste toeristen komen hier voor twee of drie dagen om vervolgens door te reizen naar het zuiden of naar het noorden, naar Sapa of Halong Bay. Gedurende deze periode in Hanoi is er genoeg te beleven. Op Tripadvisor bijvoorbeeld is er een top-80 ‘Things to do in Hanoi’ samengesteld met onder andere 16 museums, 7 parken en 20 landmark/ historische plekken. Hieronder vallen bijvoorbeeld het Old Quarter, het Ho Chi Minh Masoleum (erg mooi om langs te brommeren wanneer het donker is), Long Bien Bridge en Ho Chi Minh’s residence, of zoals de locals zeggen “Nha Bac Ho”, wat letterlijk “Huis van Ome Ho” betekent.
Deze bezienswaardigheden zijn zeker weten de moeite waard en dienen onder geen enkele voorwaarde overgeslagen te worden tijdens je bezoek aan Hanoi. Echter, bij veel van deze activiteiten struikel je met een beetje pech over de andere toeristen heen. Uiteraard is dit helemaal niet erg maar het is ook wel eens leuk om je echt tussen de Vietnamezen te begeven. Ze bijten niet, ze zijn heel vriendelijk en met een beetje mazzel kom je er eentje tegen die goed genoeg Engels spreekt om zo een prettig en spontaan gesprek beginnen.
Maar waar kom je ze tegen? Ze lopen overal rond dus op zich is dat het punt niet, maar er zijn plekken waar het wat meer voor de hand ligt om iemand aan te spreken in plaats van een willekeurige Vietnamees van zijn motor te plukken.
Hieronder volgt daarom een beschrijving van twee lokale activiteiten die bij voorkeur uitgevoerd dient te worden wanneer het donker is, na etenstijd zo rond een uurtje of 8. De eerste heet “Trà chanh, chém gió” (met “Hướng dương”) en de tweede “Hoa quả dầm”. Wat dit betekent vertel ik later.
Trà chanh, chém gió (met hướng dương)
Het is zaak om je op een zo professioneel mogelijk manier te mengen in het lokale leven en dat kan nergens beter dan aan de waterkant van het Hoan Kiem Lake. Bij voorkeur aan de noordkant tegenover het fonteintje. Juist ja, dat fonteintje waar nooit water uit komt.
Hoe kom je daar? Om van de straatkant naar de waterkant te lopen moet je uiteraard de drukke straat oversteken. In Amsterdam of Utrecht is het links kijken, rechts kijken, nog een keer links kijken en dan is het veilig genoeg om te lopen. In Hanoi daarentegen kun je kijken wat je wil (links, rechts, voor, achter), overal hoor, zie, ruik en voel je motorbikes. Met kijken schiet je dus niks op. Je moet het DOEN!
Voor de eerste keer is het verstandig om even te wachten totdat je een Vietnamees over ziet steken. Geef je ogen goed de kost om te aanschouwen hoe deze local zich met ogenschijnlijk gemak een weg door het verkeer baant en niet geraakt wordt door voorbijrazende landgenoten. Wanneer je goed kijkt zie je dat een Vietnamees hetzelfde looptempo aanhoudt en niet halverwege stopt met bewegen. Ik noem het ‘bewegen’ omdat het geen lopen of wandelen is te noemen. Het is meer schuifelen, als een koorddanser die over zijn koord schuifelt. Enig verschil is dat het gevaar hier niet van onderen maar van de zijkant loert.
Het leukste is om een vrouw over te zien steken omdat vrouwen namelijk onophoudelijk met hun linkerhand wapperen om zichzelf zo zichtbaarder te maken voor het verkeer. De meer feministische mannen hebben dit trekje overgenomen, ik zag toevallig vanochtend nog een man op deze manier oversteken maar ik ben van mening dat een man gewoon ‘stoer’ met zijn handen in zijn zakken de oversteek dient te maken.
Mocht je na het afkijken nog niet genoeg vertrouwen hebben in een goede afloop dan kun je er natuurlijk voor kiezen om nog een keer te wachten op een volgende Vietnamees die het wel durft om over te steken, en vervolgens in zijn of haar slipstream te profiteren van de veiligheidsmarge die zo gecreëerd wordt. Ik noem dit de “Duitse” manier van oversteken maar het is eigenlijk een hele effectieve en veilige manier en er is natuurlijk niets belangrijker dan het waarborgen van je eigen veiligheid en die van anderen. Nogmaals, vergeet alsjeblieft niet om hetzelfde tempo aan te houden anders jaag je jezelf plus een heleboel Vietnamezen op hun brommer de stuipen op het lijf.
Goed, eenmaal veilig aangekomen aan de waterkant van het Hoan Kiem lake is er geen tijd om je angstzweet af te vegen en op adem te komen, want nu is het zaak om je te mengen tussen de locals! En dat doe je middels “Trà chanh, chém gió”. Letterlijk vertaald betekent dit “citroenthee, snijdende wind” en minder letterlijk vertaald betekent het zoveel als “een bakkie pleur en lekker kleppen”. Een bakkie pleur is hier verse citroenthee en het is serieus het lekkerste drankje wat ik in tijden heb gedronken. Het is zo verfrissend en dorstlessend, en alhoewel ik van beide woorden erg kromme tenen krijg omschrijven ze toch op een treffende manier het effect van dit drankje.
Wat veel Vietnamezen doen na het avondeten is dus citroenthee drinken en een praatje maken met elkaar. Ze doen dit lopend, staand, gehurkt of zittend op de meest lage plastic krukjes die ze hebben kunnen maken. Wanneer je zelf langs de waterkant loopt kun je op zoek gaan naar een geschikt plekje om te zitten op deze uiterst comfortabele krukjes en vanaf hier dien je oogcontact te maken met de tra chanh-verkoopster. Dit is meestal een vrouw op leeftijd en deze vrouw draagt doorgaans een pyjama – want lekker luchtig – in een vreselijke kleur waarvan je je afvraagt hoe ze die kleur in godsnaam voor een pyjama hebben kunnen gebruiken.
Mocht het voor je gevoel te lang duren voordat je haar aandacht krijgt dan kun je het algemeen geaccepteerde “CHI OOOOi” roepen, waarmee je haar op een vriendelijke manier (echt waar) roept. Als het goed is komt ze op haar gemak naar je toe gesloft op haar houten slippertjes en omdat ze waarschijnlijk geen Engels spreekt moet je in het Vietnamees je bestelling doen: twee citroenthee en hướng dương (zonnebloempitten).
Als je eindelijk de moed bij elkaar hebt geraapt om je eerste Vietnamese zin ooit uit te spreken, zeg je – op z’n fonetisch – “Hai tja tjeng” en “huong zuong” (de ‘d’ zonder een streepje [Đ] spreek je uit als een ‘Z’). De verkoopster zal in de eerste instantie stijl achteroverslaan en zich openlijk verbazen over het feit dat een toerist Vietnamees spreekt. In de tweede instantie komt ze terug met twee plastic bekers met citroenthee en een bordje met zonnebloempitten. Als het goed is betaal je minder dan 35.000 VND wat neerkomt op nog geen € 1,50 en voor dat geld heb je links van je een mooi uitzicht over het Hoan Kiem Lake, rechts de oneindige stroom motorbikes en zie je voor de rest overal om je heen Vietnamezen die gezellig met elkaar de avond doorbrengen onder het genot van een alcoholvrij citroenthee terwijl ze in een rap tempo een hele lading zonnebloempitten naar binnen werken.
Mocht je deze locatie te gewoon vinden dan kun je een tweede poging wagen bij de straat tegenover het St. Josephs Cathedral links van het Hoan Kiem Lake op ongeveer 10 minuten lopen. Hier is het wel meestal moeilijker om een plekje te bemachtigen omdat dit de populairste plek is voor de locals om met elkaar te kleppen – en dus vaak helemaal vol zit.
Hoa quả dầm
Na deze overheerlijke lokale belevenis bestaat er nog de mogelijkheid om je avond een passend vervolg te geven door in een knus zijstraatje iets ten noorden van het Hoan Kiem Lake “hoa quả dầm” te bestellen: een bakje fruit met slagroom of yoghurt. Uitermate gezond en uitermate goedkoop (18.000 VND, € 0,70). Of deze straat een naam heeft weet ik niet, volgens Googlemaps in ieder geval niet. Wanneer je deze straat op je scooter komt binnengereden dan word je na één meter zowat door de eerste de beste propper van je scooter getrokken omdat ze willen dat je bij hun tentje fruit bestelt.
Ik ben hier nu twee keer geweest en het is elke keer weer een hilarisch tafereel. Ik kan mezelf prima vermaken door ook hier weer op zo’n klein gammel plastic krukje plaats te nemen om te zien hoe deze proppers hun werk vol overtuiging uitvoeren. Geen enkele scooterrijder ontkomt eraan; iedereen wordt aan zijn of haar schouder/ been/ hand aangeraakt en gevraagd of ze willen stoppen. Er komt geen agressiviteit of iets dergelijks aan te pas, het is allemaal heel onschuldig maar ze nemen hun werk wel heel serieus.
Ook hier is vaak weer geen andere toerist of buitenlander te bekennen en kun je plaats nemen tussen de locals. Let er wel goed op dat je bij het juiste tentje gaat zitten als waar de propper voor werkt, als je dat niet doet dan heb je zo een draai om je oren te pakken.
Waarschijnlijk spreken ze hier ook niet zo goed Engels, en omdat jouw Vietnamees erbarmelijk is moet je met je beide handen en voeten duidelijk zien te maken of jij je fruit met slagroom of met yoghurt wilt. Ikzelf vind die met slagroom lekkerder, maar als jij voor yoghurt wilt gaan dan moet je dat lekker doen.
Of je hier ook een praatje kan maken met de persoon naast je weet ik niet. De mensen die hier een vorkje prikken komen meestal als koppel en die hebben vaak geen zin in een zweterige toerist die uit het niets hele lastige vragen in het Engels gaat stellen.
Na dit tafereel is het waarschijnlijk 10 of 11 uur en loopt de stad leeg en is het tijd om naar huis te gaan.
Mocht je daarna nog zin hebben in tien bier dan kun je het best naar Ta Hien Street gaan; een mooi en knus straatje met hier en daar een barretje.
Mocht je binnenkort naar Hanoi gaan en lijkt het je leuk om bovenstaande taferelen mee te maken, laat dan een berichtje achter.
Geef een reactie